donderdag 5 juni 2014

Nieuwe upgrade voor onze natuur | genomineerde inzending Westhoff Wedstrijd 2014 | door Leonie Tijsma

“Ik ben op vakantie geweest in Frankrijk, de natuur is daar zo mooi!” De eerste maandagochtend na de zomervakantie; aardig wat klasgenootjes zwoeren bij Frankrijk. Zelfs als klein meisje verbaasde mij dit al en soms was ik zelfs verontwaardigd, want Nederland is toch hartstikke mooi? Zelf ging ik ieder jaar met mijn ouders, broer en zus kamperen op de Veluwe en dat was voor mij destijds het toppunt van natuur. Bepakt en bezakt fietsten we iedere zomer naar de camping in Vaassen, waar we vervolgens vier weken niks anders deden dan hutten bouwen, beken blokkeren met dammen, eindeloos rondscharrelen en veel ijsjes eten. Ik kon me geen betere vakantie wensen, dus waarom helemaal naar Frankrijk gaan?

De Nederlandse natuur wordt vaak saai genoemd, een grote tuin, of juist te druk. Er zijn zelfs mensen die beweren dat natuur in Nederland al lang niet meer bestaat. Wanneer ik naar dit soort excuses luister vraag ik me altijd af of mensen blind zijn en waarom de Nederlandse natuur zo ondergewaardeerd wordt. We zijn trots op ons Oranje, onze kaas, onze deltawerken, maar onze natuur maakt toch net zo goed deel uit van onze identiteit? Het huidige natuur- en bezuinigingsbeleid – strikt theoretisch een weerspiegeling van de visie van de Nederlander – maakt het er natuurlijk ook niet beter op.


Ikzelf ben van mening dat Nederland mooi is, dat we veel hebben om trots op te zijn en van te genieten. Ik houd bijvoorbeeld van het Nederlandse rivierenlandschap en de daarbij behorende natuur; iedere dag ziet het er anders uit en zijn er nieuwe dingen te ontdekken. Fiets ik over de slingerende dijken langs de Waal dan zie ik Hollandsche glorie. Ik zie wat Hendrik Marsman bijna 80 jaar geleden zo beeldend beschreef in zijn “Herinnering aan Holland”. Waarom kunnen niet meer mensen van de Nederlandse natuur genieten? Hoe kunnen we ogen openen en onze natuur upgraden van ondergewaardeerd naar absoluut de moeite waard?


Een interessante en eigenlijk complexe vraag die van belang is is wat natuur nu eigenlijk ‘echt’ is. Over de verschillende “officiële” definities kunnen boekwerken geschreven worden, maar wat ik graag zou willen weten is wat natuur voor de Nederlander betekent en hoe we deze kennis kunnen inzetten om onze natuur weer hip te maken. Onderzoek vertelt dat 90% van de Nederlanders de zon, zee, heuvels en bossen onder natuur schaart, evenals wilde planten, insecten en vogels. Een klein deel voegt hier huisdieren en kamerplanten aan toe. Met andere woorden, de meningen verschillen. Als ik heel eerlijk ben zou ik zelf ook geen concreet antwoord kunnen geven, en ik heb er nog wel voor gestudeerd. Waar ik ondertussen wel zeker van ben is dat de Nederlander meer waarde hecht aan de welbekende paarse ANWB-heide en beslist niet warm of koud wordt van een onbeduidend vennetje met een populatie venglazenmakers. Wat dat betreft is er een enorme kloof te overbruggen tussen de Nederlander en de ecoloog, anders gezegd de belevings- versus natuurwaarde.

VENGLAZENMAKER / AESHNA JUNCEA 
Deze en meer geweldige foto's zijn gemaakt door Macromia in het Wekeromse zand. Macromia is onstaan door twee foto/natuurgekken uit Nijmegen: Esther & Fazal. Beide met een passie voor hoofdzakelijk libellen en macrofotografie.

Als klein meisje had ik weinig oog voor natuurwaarde; natuur was gewoon leuk om in te spelen en avonturen te beleven. De Veluwse bossen voldeden altijd uitstekend, maar eigenlijk wist ik ook niet beter. Toen ik 13 was hielden mijn ouders de Veluwe voor gezien en gingen we voor het eerst op vakantie naar Frankrijk. Ik kreeg de smaak te pakken en meer vakanties, studiereizen en stages in het buitenland volgden. Ik begrijp nu dat natuur in het buitenland indrukwekkend en mooi is en absoluut anders dan in Nederland. Ruig gebergte, grootse bosvlakten en woeste rivieren, dat vind je inderdaad niet in Nederland. De manier waarop hier iedere vierkante meter beheerd en beheerst wordt begon mij op een gegeven moment tegen te staan. Zo beschouwd is Nederland inderdaad een grote tuin. Vreemd is het natuurlijk niet in een klein land dat door bijna 17 miljoen mensen bewoond wordt; voor optimaal gebruik van de beschikbare ruimte moeten alle mogelijkheden van ieder afzonderlijk perceel nauwkeurig overwogen worden. De Nederlandse natuur wordt dusdanig onder de duim gehouden dat zij nauwelijks de kans krijgt om ruig, groots en woest te worden. In onze ondernemingsdrift is veel kostbare natuur verloren gegaan en daarmee heeft ons landschap flinke klappen gekregen.


Toch blijf ik met verwondering om me heen kijken. Nederland zou Nederland niet zijn zonder die eeuwenlange intensieve menselijke invloed; het is waar we goed in zijn geworden en hoe we Nederland leefbaar hebben gemaakt. Denk aan de diversiteit aan landschappen en de daarbij behorende natuur die we rijk zijn. Het rivierenlandschap, de heide en bossen, het coulisselandschap, de veenontginningen en de polders; allemaal stukjes Hollandsche glorie met allemaal hun eigen karakter waar nog veel te ontdekken valt. We zijn echte pioniers en doorzetters. Het hele Nederlandse landschap ademt onze rijke historie en ik vind dat we daar – ondanks dat er ook heel veel verloren is gegaan - trots op mogen zijn.


Terug naar mijn eerdere vragen: Hoe kunnen we de “waarde” van Nederlandse natuur upgraden? Hoe kunnen we samen werken aan meer draagvlak en zo een mooie en duurzame toekomst van onze natuur waarborgen? Belangrijk is dat mensen natuur ervaren als iets goeds, iets dat de moeite en het bezoeken waard is. Natuur met een hoge belevingswaarde is hierbij het sleutelwoord. Wanneer natuur geassocieerd wordt met een goede ervaring, zal men zich eerder inzetten voor behoud en bescherming. En daar kan men niet vroeg genoeg mee beginnen, want een goed begin is het halve werk! Laat kinderen lekker buiten in bomen klimmen, moedig ze aan een eigen tuintje aan te leggen, ga een keer wild kijken of wordt lid van een natuurclub. Wat is er nu leuker dan samen met vriendjes en vriendinnetjes buiten rond te scharrelen? Ook op school kunnen kinderen en jongeren gemotiveerd worden zich in natuur te verdiepen. In een biologieboek leren over het leven in de sloot maakt vast minder indruk dan een ochtend waterbeestjes scheppen in zo’n sloot.


Hopelijk slaat het enthousiasme van de kinderen over op hun ouders, die zich vervolgens inzetten voor een stukje stadsnatuur in de wijk. Een buurman die toevallig een bedrijfsuitje organiseert gaat een middag wilgen knotten in plaats van laser gunnen. Hartstikke leuk en gezellig en men steekt er ook nog wat van op. “Ik woon mijn hele leven al in de polder en had nooit gedacht dat het zo leuk is om wilgen te knotten! En wat gaaf dat we ook allerlei eenden en uilen aan een broedplaats hebben geholpen. Zei je niet dat er wel vaker knotdagen zijn? Ik heb nog twee neefjes die het misschien ook wel leuk vinden.” Je weet niet hoe het balletje gaat rollen als het eenmaal een duwtje heeft gehad.


Mensen die over de heide fietsen hebben vaak geen idee van een verderop gelegen vennetje. Een platform naar of langs het vennetje moedigt aan tot ontdekken. Een levendig informatiebord en een picknickgelegenheid maakt het alleen maar aantrekkelijker voor de fietsende Nederlander om eens goed om hem heen te kijken. Wie weet laat de venglazenmaker zich nog zien.


Nederlanders zijn verwend en willen vermaakt worden. We weten niet zo goed hoe we onze natuur kunnen beleven en waarderen, maar met de juiste aanmoediging en begeleiding staan velen open voor een nieuw avontuur. We lijken ons hier steeds meer van bewust te worden, gezien de vele creatieve initiatieven die afgelopen jaren zijn ontstaan. GPS-speurtochten, op excursie met de boswachter, natuurspeeltuinen, allerlei apps, kinderopvang in de natuur, stadslandbouw, schooltuinen; noem het maar op! En dat is goed, want al deze initiatieven inspireren de jonge en iets minder jonge Nederlander de Nederlandse natuur te herontdekken. Pionieren, creëren en ondernemen, dat is waar we goed in zijn. Laten we deze eigenschappen inzetten om onze ogen te openen, hierbij de successen en fouten uit onze geschiedenis meenemend. Mensen moeten zich weer bewust worden dat onze natuur mooi, goed en leuk is, maar ook dat investering, ontwikkeling en beheer nodig is en blijft. Ik geloof dat de grootste kansen liggen in projecten waar natuur en beleving worden gecombineerd. Investeer in belevingsnatuur, leg er de publieke aandacht op en laat de venglazenmaker hier vooral van meeprofiteren. Want zonder die achterban is de Nederlandse natuur – nu én in de toekomst - inderdaad weinig waard.

Leonie Tijsma is afgestudeerd aan de Hogeschool VHL. Tijdens haar afstuderen heeft ze op het eiland Lullymore een natuureducatief wandelpad ontworpen. Op deze foto geeft ze een rondleiding voor omwonenden in Ierland.